Schematherapie is een vorm van therapie waarbij je leert hoe je meer grip kunt krijgen op je hardnekkige patronen of hoe je die kunt doorbreken.
Schematherapie: wat?
Veel gebeurtenissen uit je jeugd bepalen hoe je naar jezelf, naar anderen en naar de wereld kijkt. Werd jij vroeger als kind niet of te weinig voorzien in bepaalde basisbehoeften, zoals: eigen keuzes mogen maken, een veilige band hebben met anderen, heldere grenzen en leiding krijgen, in vrijheid je emoties en plezier mogen uiten. Dan kunnen er negatieve denkschema’s ontstaan. Ben je bijvoorbeeld altijd bezig om er maar zo perfect mogelijk uit te zien? Voel je je vaak minderwaardig, niet de moeite waard? Heb je het gevoel dat anderen jou in de steek laten? Of heb je moeite om anderen te vertrouwen? Ga je meestal uit van het allerergste wat er kan gebeuren? Of merk je dat je je vaak verdedigd bij anderen? Zo ja, dan kan schematherapie jou helpen die hardnekkige patronen te doorbreken. Het is daarom belangrijk om deze patronen te doorgronden en te veranderen zodat jij meer controle krijgt over je emoties.
Schematherapie: voor wie?
Schematherapie wordt onder andere ingezet bij (milde) persoonlijkheidsstoornissen, zoals vermijdende, afhankelijke of dwangmatige problematiek. Het kan ook geschikt zijn bij de behandeling van angststoornissen, eetproblematiek of depressie. Als een dergelijke klacht is afgenomen, komt de persoonlijkheidsthematiek die eraan ten grondslag ligt meer naar voren. Dan kan schematherapie als vervolg- of nabehandeling passend zijn.
Ook voor mildere problemen kan kortdurende schematherapie worden ingezet. Het helpt om hardnekkige patronen te herkennen die in jouw kindertijd zijn ontstaan. Wanneer je deze patronen niet herkent en verandert, blijf je steeds tegen dezelfde problemen aan lopen.