Dit boek bevat een boeiende verhandeling over identiteit, zet aan tot denken en roept tegenspraak op.
Van Paul verhaeghe.
Identiteit is niet een wezenskenmerk van de mens, maar wordt gevormd in wisselwerking met zijn omgeving. Hoe de mens is en wordt, hangt voor een belangrijk deel van de omstandigheden af. Twee tegengestelde krachten bepalen zijn gedrag: de wens om deel uit te maken van een groter geheel en de wens om zelfstandig te zijn. Een gezonde maatschappij bewaart de balans tussen eenvormigheid en individualisme. In de huidige neoliberale samenleving overheerst echter de gedachte dat het individu zelf geheel verantwoordelijk is voor het eigen succes of falen. De dwang tot succes en geluk blijkt een keerzijde te hebben: het leidt tot verlies aan zelfbesef, tot desoriëntatie en vertwijfeling. De mens is eenzamer dan ooit. De liefde is moeilijk te bereiken en betekenisvol leven is diepgaand problematisch geworden. Mensen denken vrij te zijn, maar waren in feite nog nooit zo machteloos, zo beweert de auteur van deze prikkelende studie, psychoanalyticus en hoogleraar aan de Universiteit van Gent. Bij het formuleren van zijn kritische inzichten grijpt hij regelmatig terug op Freud.